Manager Jan Slegers ging wat minder werken. In zijn extra vrije tijd wilde hij wel wat voor Vught doen: “Ik woon hier al dertig jaar maar ben nooit actief geweest in het verenigingsleven. Toen kwam DePetrus op mijn pad. Ik ben gewend om te besturen, heb diverse directiefuncties gehad en vind het leuk om dingen neer te zetten.” En zo werd Jan Slegers voorzitter van de Stichting DePetrus.
Vierkante meters
Stichting DePetrus treedt op namens de gebruikers (Vughts Museum, Anders Bezig Zijn, Wereldwinkel en bibliotheek) richting de BV DePetrus (de eigenaren van de kerk) en de gemeente Vught. De Stichting huurt de kerk van de BV. Op zijn beurt verhuurt de Stichting weer ruimten aan de gebruikers en behartigt hun belangen. “Zo hebben wij de inrichting gecoördineerd. Daar hoort bijvoorbeeld bij dat we afspraken hebben gemaakt over hoeveel vierkante meters elke gebruiker op welke plek in de kerk krijgt.”
Ruimte in DePetrus huren? Dat kan!
De Stichting is ook het aanspreekpunt voor alle andere organisaties, verenigingen, clubs en particulieren die straks gebruik van DePetrus willen gaan maken: “Momenteel krijgen we al verzoeken van koren, organisaties en particulieren. Daar zijn ook allerlei mogelijkheden voor. Denk aan cursussen, workshops, vergaderingen, een besloten feest, een presentatie, evenement of een lezing. Het ligt er natuurlijk wel aan wat je wilt organiseren en hoeveel ruimte je nodig hebt. Natuurlijk moet het ook passen binnen de kerk en de regels van de gemeente. Maar, als het kan, is huur van ruimten in de kerk goed mogelijk. En tegen heel redelijke tarieven.”
Paradepaardje
Nog even, en DePetrus gaat open. Jan Slegers heeft er alle vertrouwen in dat het een succes wordt: “Ik verwacht dat het over twee jaar de huiskamer van Vught is. Er zijn niet veel kerken die op deze manier hun voortbestaan hebben kunnen verantwoorden. Wij als Stichting zorgen ervoor dat de kerk vol komt en het paradepaardje van Vught gaat worden. In de gemeente gaat het vaak over ‘het geheim van Vught’. Ik denk dat DePetrus ons echte geheim is.”
Artikel Klaverblad 20 december 2017, tekst Marijke de Jong.